Draslanden: nuttig voor iedereen!
Het grondgebied van het regionaal natuurpark wordt gekenmerkt door water in al zijn vormen: het water aan onze voeten (drinkwater, thermaal water) en het oppervlaktewater (waterlopen, geulen en draslanden).
Het park telt bijna 12.000 hectare aan meren, plassen, moerassen, veengebieden, natte graslanden en natte bossen. Hoewel hun aantal de afgelopen decennia sterk is teruggelopen, hebben draslanden mens en natuur veel te bieden. De draslanden van het park zijn extra belangrijk omdat ze een van de grootste natte gebieden van de regio vormen, naast het moeras van Audomarois en de kustmoerassen.
Draslanden hebben lange tijd een negatief imago gehad, maar zijn niettemin heel belangrijk voor de mens. Ze functioneren als sponzen, waardoor ze het risico op overstromen en opdrogen van wateren beperken, en helpen de waterkwaliteit te verbeteren. Vanwege hun verscheidenheid bieden ze een grote diversiteit aan landschappen, flora en fauna. Deze reservoirs voor biodiversiteit zijn uitermate geschikt voor recreatie: jagen, vissen, wandelen… maar ook voor economische activiteiten, met name de landbouw.
In de twintigste eeuw is meer dan de helft van alle draslanden verdwenen. Ondanks de bewustwording of ‘herontdekking’ van hun nut blijven urbanisatie, intensivering van de landbouw, vervuiling en bepaalde vormen van recreatie de graslanden bedreigen.
Tegenwoordig is er gelukkig veel vooruitgang geboekt op het gebied van bescherming, beheer en herstel van draslanden. Op het grondgebied van het park heeft de meerderheid van de grootste draslanden, waar een grote biodiversiteit te vinden is, een of meerdere beschermingsstatussen. Vaak worden ze beheerd door overheids- of verenigingsstructuren: het Conservatoire des Espaces Naturels, het Noorderdepartement, de Office National des Forêts, de gemeente... Het regionaal natuurpark beheert zelf meer dan 300 hectare aan draslanden, op eigen terrein of voor gemeentes.
De Goriaux-plas, het meer van Amaury, Les Argales of Chabaud Latour, de Veenlanden van Vred of Marchiennes, de moerassen van Fenain, van Val de Vergne, Les Fiantons... Het is onmogelijk om hier melding te maken van alle – vaak voor publiek toegankelijke – draslanden die zo bepalend zijn voor het landschap van onze gemeentes.
Hoewel ze minder tot de verbeelding spreken, is het belangrijk om de ‘gewone’ draslanden niet te vergeten: natte graslanden die worden gebruikt om gemaaid of begraasd te worden, meer of minder gediversifieerde kleine bossen, plassen van agrarische oorsprong, recreatiemeren, vijvers… Hun behoud, beheer en herstel zijn eveneens voor iedereen nuttig. Iedereen speelt op zijn eigen niveau een rol om te voorkomen dat deze draslanden verdwijnen of hun functies verliezen.
Een verstandig beheer en gebruik van deze natuurgebieden is een echte uitdaging: hun waarde, toekomst en de vele voordelen die ze voor ons hebben moeten worden beschermd. We moeten dringend in actie komen!